GUSKE VAN DAMME  (Nr 18 op de foto)

UIT EIGENBILZEN IS OVERLEDEN


De oorlogsdaden van den 18-jarigen vrijwilliger


Dit zijn de woorden waarmee sommige menschen hier verleden Maandag ’s morgens bij het ter Kerke, of ten velde gaan malkander aanspraken: Guske, is de lange eeuwigheid in!
Deze dappere en verminkte oudstrijder is den 7n dezer in den vroegen morgen in den Heer ontslapen.
Van Damme, August, Pieter, werd geboren te Oostakker, den 24 Sept. 1896. Hij kwam kind zijnde, zich hier ten dorpe met zijne ouders huisvesten. Zijn vader was jacht- en boschwachter ten kasteele Zangerheide en is hier tot voor den oorlog gebleven. Toen in Augustus 1914 de oorlogstrompet over het klein maar eerlijk België blies was Guske nog geen volle 18 jaren oud, maar niettemin kloek en dapper genoeg om als soldaat -vrijwilliger op te trekken ter verdediging van troon, vorst en vaderland. Vier jaren lang stond Guske in het woeligste van den strijd, voor eens hier en dan eens daar! Bezield met een zeldzamen moed, alle gevaren trotseerende, geen angst kennende,dapper als weinige, stond August steeds bereid tot het waarnemen van de gevaarvolste verkenningen binnen de vijandelijke posten. Ik zou degenen, die dit hier lezen, de attesten zijner militaire overheden en aanvoerders van onder den oorlog, willen vóór de oogen stellen, hoe daarin de dapperheid, den durf, de onverschrokkenheid en den ondernemingsgeest van dezen eenvoudigen soldaat staan aangehaald.
Van Damme heeft vier jaren voor zijn vaderland gestreden en hij mag velen tot patriotisch voorbeeld strekken en niet minder hen beschamen die nooit een offer voor ’t vaderland over hadden, toch nog hun verbluffend patriotisme over de daken uitschreeuwen alsof zij er den alleen verkoop van hadden in “contre façon”!  Daarom doet het goed aan ’t hart, van tijd tot tijd het voorbeeld van een eenvoudigen werkman, verminkt soldaat-vrijwilliger als August Van Damme, te kunnen aanhalen. De hoogste eereonderscheidingsteekens won hij gedurende den oorlog op ’t veld van eer, hij werd er Vlaamschgezind als niet een en is het gebleven. Ook zoo dapper en zoo kloek als hij voor zijn vaderland vier jaren lang heeft gevochten, zoo moedig zou hij na den oorlog voor het Vlaamsche recht en de Vlaamsche eischen gevochten hebben. Welke tegenstelling met zekere politieke farceurs die om de Vlaamsche zaak te kunnen bekampen of dwarsboomen, zich het monopolie der Vaderlandsche-liefde toeeigenen, natuurlijk onder valsch brevet, want zij hebben zich in 1914-1918 frandulenus aan ’s lands verdediging weten te onttrekken, nooit geen Duitscher in den weg gestaan en hebben trouwens zooveel voor koningdom, troon en vaderland over als de papegaai van mijn gebuur. August Van Damme heeft daarentegen zijne heldendaden zooveel mogelijk ongesproken gelaten. Hier ten dorpe, na den oorlog weergekeerd, is hij in ’t huwelijk getreden met Elisa Schoups, eene eerzame dochter dezer gemeente. Guske is vervolgens hier ten dorpe gebleven, want men mag veel kwaad over Eigenbilzen zeggen, toch vinden alle vreemdelingen, die zich hier komen vestigen, onze gemeente als een zoeten inval.  De betreurde afgestorvene Van Damme werd meermalen in den strijd gekwetst, doch zijne kwetsuren en kneuzingen waren nooit doodelijk en zelfs nooit erg. Op een enkelen dag ontploften in zijn onmiddellijke nabijheid achtereenvolgens acht granaten. Dit gebeurde in tijd van minder dan twintig minuten. Negen zijner makkers vielen zwaar gekwetst, vier werden gewond en twee op den slag gedood. August liep slechts onbeduidende schrammen op! Op zekeren nacht roept de luitenant de hulp in van zes zijner kloekste en gedweeste mannen om een gevaarlijke verkenning te ondernemen tot in de eerste vijandelijke loopgrachten en zoo mogelijk tot in de tweede. August is een der eerste présent om mee op te rukken. Het is een weder om geen hond buiten te jagen. De wind huilt door de naakte boomen, het regent bij wijlen dat ’t giet. De zes verkenners kruipen gewapend op handen en voeten weg. Na vier uur wachten keeren er twee van de zes terug die aankondigen dat de zending in de eerste loopgrachten stipt volbracht is. Een half uur later keert nog een hunner weer. Hij had de drie andere vergezeld tot aan de tweede linie loopgraven, doch kon niet verder omdat een Duitsche schildwacht hem had opgemerkt en om zijne kameraden die reeds verder vooruit waren niet in hun werk te zien verspieden was hij teruggekeerd. Aan den morgen eerst keerde Van Damme zwaar gekwetst alleen terug. Zijn twee medegezellen had hij vermist. Een Duitsche patrouille waarop zij tusschen de eerste en tweede lijn loopgraven gebotst waren, had hen op korten afstand beschoten en vermoedelijk de twee medegezellen gedood, terwijl Van Damme eene gapende schotwonde in den arm had bekomen. Onmiddellijk verbonden, bestadigde de geneesheer ’s anderdaags, dat de beenderen in den arm beschadigd zijnde het slachtoffer onmiddellijk naar ’t hospitaal diende overgebracht. Daar wilde men tot de afzetting van den arm overgaan, maar August smeekte den behandelenden chirurg zijn arm te laten. Daarover werd geredetwist en na verschillende dagen scheen de wonde aan de beterhand, zoodat het slachtoffer zijn gewonden arm mocht behouden. Bij een later geneeskundig onderzoek zei de dokter-inspecteur dat die wonde nooit zou genezen ! Hij besloot dat den arm, tot aan den schouder diende afgezet. August ontsnapte nogmaals aan die beslissing en na twee maanden hospitaal vroeg hij om zijn korps, aan ’t front, te mogen vervoegen. Voorloopig werd hem zulks tot twee malen toe geweigerd tot dat eindelijk de groote algemeene aanval der verbondene mogendheden losbrak. August mocht het hospitaal verlaten en mee ten strijde gaan. Het uur der verlossing vorderde. De Duitschers gingen verpletterd worden. August streed zoo goed hij kon. Eerst wilde men hem een geweermachien doen bedienen omdat hij over maar een gezonden arm meer beschikte. Doch zijn oude luitenant, die tot kapitein bevelhebber was bevorderd, hem herkennend, stak hem in de voorste gelederen eener compagnieverkenners en Van Damme bleef niet ten achter in den strijd. Zoo heeft hij de eindoverwinning glansrijk meegemaakt. August Van Damme als oorlogsverminkte hier weergekeerd is aan de kwalen in den strijd opgedaan vroegtijdig moeten bezwijken. Hij laat een bedroefde weduwe met verschillende kinderen na. Hunne smart is groot, doch God de Heer zal zich hunner erbarmen. Het nageslacht alhier zal den naam van dezen jeugdigen dapperen oorlogsvrijwilliger August Van Damme in zegening bewaren. Hij heeft evenals nog andere jongelieden uit ons dorp zijn leven veil gehad voor de verdediging van den dierbaren geboortegrond. Deerlijk gehavend keerde hij uit den vierjaarlijkschen strijd hier weder. Moge zijn goede bewaarengel die hem in den oorlog aan het front zoo vroom beschermde zijne heldenziel tot voor Gods troon vergezellen en voor haar ten beste spreken.
August Vaarwel en rust zacht.

Het belang van Limburg 9 augustus 1939
Welkom in
Eigenbilzen
        P/a: Hartenberg 2
        3740 Eigenbilzen

IBAN: BE34 7512 0893 3390
Oorlog 1914  - 1918
Foto genomen bij de inhuldiging van het oorlogsmonument in 1919. Op deze foto staan de soldaten die mee gestreden hebben in de oorlog van 1914 - 1918. Verschillende van deze soldaten werden aangetast door het chloorgas welk gebruikt werd door de Duitsers aan de Ijzer. Sommigen zijn hieraan op latere leeftijd alsnog overleden.
1. - 2. - 3. -  4. - 5. - 6. - 7. - 8. Mathijs Vandooren - 9. - 10. Thomas Lathouwers - 11. - 12. - 13. François Broux - 14. Leo Broux - 15. -
16. Jan Lathouwers - 17. - 18. August Van Damme - 19. Thomas Steegen - 20. Leo Jans -  21. Herman Vandooren - 22. Louis Moosen -
23. Jean Biesmans - 24. Gerard Timmermans  25. Isisdoor Clerx - 26. Hendrik-Hubert Morias - 27. Michel Swennen - 28. Willem Meesters -  30. Jan Vandooren - 31. - 32. Leo Swennen - 33. Jozef Mathieu Broux - 34. Eustachius Steegen - 35. François Meesters - 36. Jan Bangels -  37. Gerard Withofs - 38. Emile Schoups - 39. August Schoups - 40. René Biesmans - 41. Theodoor Franciscus  Martens - 42. …  Vangronsveld - 43. Petrus- Laurentius Withofs - 44. Godfried Meesters - 45. Willem Swennen (V/D Berg) - 46. Alfons jans - 47. Pierre Vandooren -  48. Michaël-Lambert Jans - 49. Georges-H.  Hensen - 50. Jan Nelissen of Jan Vandormael - 51. Paul Gilissen - 52. Matheus Hensen -  53. Jaak-Petrus  Claessens - 54. Willem Swennen (v/d snoets) - 55. Jan Gilissen - 56. Etienne Withofs - 57.Mathieu Meesters - 58. Frans Somers - 59. frans Somers - 60. Thomas, Willem, Jan Hensen - 61. Denis Croux - 62. - 63. - 64. Moosen - 65.
Eigenbilzen
Ook Eigenbilzen eerde zijn helden van de eerste grote oorlog. In het "Belang van Limburg" van 9 augustus 1939 verscheen volgend artikel in deze krant. Een artikel van de hand van Dokter Vanroey
Guillaume Steegen werd geboren op 13/05/1888 in Eigenbilzen als zoon van Joannes (Eigenbilzen 1850-1936) en van Isabella Ursula Vandooren (Eigenbilzen 1853-1932). Guillaume woonde in Hasselt. Hij was douanier bij het bureau Turnhout-Hasselt.
Guillaume werd soldaat 2de klas bij het 14de Linieregiment. Het regiment moest in Luik de verdediging garanderen. Na de val van Luik trok het regiment naar Antwerpen waarna de terugtocht naar de Westhoek begon. Echter zover kwam Guillaume niet. Hij overleed als korporaal aan zijn verwondingen in het gasthuis Sint-Elisabeth in Antwerpen op 13 september 1914. Op het oorlogsmonument aan de kerk in Eigenbilzen staat als plaats van overlijden Haacht. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats op het Schoonselhof in Wilrijk.
Weetjes:
* Begraven Antwerpen; herbegraven Wilrijk, Schoonselhof, militaire begraafplaats, graf nr. L 3-29; Ereperk 1914-1918 vermelding van naam (gedenkwand 150 gesneuvelden); vermelding van naam Oorlogsmonument Eigenbilzen
Oorlogslachtoffers uit Eigenbilzen afkomstig of er wonende