Welkom in
Eigenbilzen
        P/a: Hartenberg 2
        3740 Eigenbilzen

IBAN: BE34 7512 0893 3390
Eigenbilzen en zijn gemeentepolitiek in de
19 en 20ste eeuw
De Eigenbilzerse politiek verliep lange tijd in hetzelfde gezapige tempo als in zovele andere Limburgse gemeenten. Eenmaal om de zes jaar was er wat animo, decennia lang dezelfde namen die terugkomen, weinig banden met de nationale politiek. Maar dat stramien wordt in het interbellum helemaal overhoop gehaald in de Kempisch-Haspengouwse grensgemeente, door toedoen van een paar doorduwende buitenstaanders;
Het gebrek aan vuur in de gemeentepolitiek in Eigenbilzen mag blijken uit het feit dat in de tweede helft van de 19° eeuw nooit meer dan één lijst wordt ingediend voor de gemeenteraadsverkiezingen - de personen op de lijst zijn dus telkens automatisch verkozen. Hierbij moet worden aangestipt dat door het cijnskiesrecht voor manen het aantal kiezers en verkiesbare personen in een gemeente als Eigenbilzen, met maar een goeie 1000 inwoners, erg klein was. Zo kan een rijke "eigenaar" (iemand die van de pachtopbrengst van zijn gronden leefde) als Godfries Withofs van 1879 tot 1911 burgemeester blijven.

Krokodillen: Na de invoering in 1893 van het algemeen stemrecht voor mannen ouder dan 25 jaar neemt het aantal stemgerechtigden sterk toe. In 1903 kent Eigenbilzen zelfs een heuse democratische revolutie als er voor het eerst in ruim 50 jaar niet één maar liefst drie lijsten worden neergelegd. Toch blijven de oude krokodillen vaak nog aan de macht - Zie Godfried Withofs. En als die dan toch de handdoek in de ring gooit, wordt hij opgevolgd door een eveneens bemiddelde Thomas Lathouwers. Pas nadat die laatste in 1919 zijn burgemeesterssjerp inlevert voor een carrière in de Brusselse ambtenarij, komt er met boer Theodoor Martens uit "De Loch" voor het eerst een volkse figuur aan het bewind.
Vrouwenstemrecht: De eerste wereldoorlog zorgt voor een nieuwe democratiseringsgolf: In mei 1919 wordt het algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen vanaf 21 jaar ingevoerd en in april 1920 het vrouwenstemrecht, maar dan enkel bij de gemeenteraadsverkiezingen. In een gemeente als Eigenbilzen, met intussen 1400 inwoners, geeft dat de politieke verhoudingen nog maar eens een zetje. Voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1926 worden maar liefst zeven lijsten ingediend in Eigenbilzen. daaronder één eenmanslijst, twee tweemanslijsten en één driemanslijst. Slechts één lijst is volledig en op kop staat met Eugene Moens (1887 - 1959) de eerste drie ingeweken politici die politiek Eigenbilzen op hun kop zullen zetten.
Zangerij: De uit Ninove afkomstige Moens is al voor de eerste wereldoorlog in de gemeente neergestreken en baat even een brouwerij uit in de Winkelomstraat. Na die wereldbrand huwt hij een plaatselijke schone, Catharina Hensen en start een confectieatelier in het oude rijkswachtgebouw aan het dorpsplein. Daarnaast beheert hij als rentmeester van baron Rodolphe de Lamberts Cortenbach de uitgebreide pachtgoederen van het kasteeldomein Zangerheij. De nieuweling uit Ninove lijkt de geschikte figuur om de algemeen als te weinig inspirerend beschouwde Theodoor Martens te vervangen.
Autoritair en Franskiljons: Sinds  zijn komst naar Eigenbilzen straalt ondernemer Moens daadkracht en distinctie uit- Hij spreekt graag Frans, wat hem ook helpt als rentmeester van het kasteel Zangerij. Wie in Eigenbilzen op zoek is naar een job buiten de ouderlijke hoeve belandt vaak in zijn textielfabriekje of op het kasteel. In 1926 wordt hij, meer dan symbolisch, voorzitter van de lokale fanfare Aurora. Zijn verpletterende verkiezingszege zorgt ook bij de Tongerse arrondissementscommissaris voor bewondering. Die schrijft aan de provinciegouverneur zijn advies over Moens: "Is zeer welgezien door zijn medeburgers en bezit al de gewenste hoedanigheden. Hij zal zeker een uitmuntend burgemeester zijn".
Die aanvankelijk hoop smelt als sneeuw voor de zon als de Eigenbilzenaren Moens doortastende, technisch juiste, maar autoritaire bestuursstijl leren kennen.
Op relatief korte tijd jaagt hij heel wat inwoners, Pastoor Laenen (pastoor te EB van 1923 - 1933) op kop, tegen zich in het harnas. De talrijke verenigingen in de parochie, uiteraard katholiek van snit, mochten onder Moens voorgangers vrijelijk en gratis gebruik maken van de gemeentezaal op de Hartenberg. Als de pastoor en de verenigingen protesteren wijst de burgemeester hen kordaat de deur. Zij moeten uitwijken naar de kleine en slecht uitgeruste Gildenzaal en vroegere paardenstal van het kasteel Zangerij. Als Moens er dan ook nog voor zorgt dat de populaire kapelaan door het bisdom wordt overgeplaatst, liggen de parochianen op ramkoers met de burgemeester
La libere Belgique: Het gebrek aan tact en politieke feeling van Eugène Moens blijkt ook uit zijn conflict met de lokale caféhouders, die hij manu militari dwingt om zich aan een sluitingsuur te houden. Talrijke kasteleins en hun klanten trekken wit weg van woede. De plaatselijke Flaminganten ergeren zich eveneens aan de burgemeester die zich stilaan  out als een onversneden "Franskiljon". Moens koketteert met zijn kennis van het Frans, leest "La Libre de Belgique"; stuurt zijn zoon naar een franskiljonse" kostschool  in Hasselt. Als klap op de vuurpijl kandideert de burgemeester tijdens de provincieraadsverkiezingen van 1929 op de lijst van de Franstalige conservatieven die zich van de officiële Katholieke partij hebben afgescheurd en die er door velen van verdacht worden diep in hun hart liberalen te zijn.
Tegenhanger: Er broeit wat in Eigenbilzen en het is een ander doorduwende buitenstaander, Lucien Van Roey, die de handschoen opneemt. Dokter Van Roey (1898-1968), afkomstig uit Houthalen, strijkt begin jaren 20 in Eigenbilzen neer en huwt er eveneens een plaatselijke schone Marguerite Swennen. Van jongs af aan Vlaamsgezind ontpopt hij zich als Moens' natuurlijke tegenhanger, beminnelijk, volks, vlot - hij help iedereen, desnoods gratis en trakteert op tijd en stond. Dat beiden in 1926 kandidaat- voorzitter van de fanfare aurora zijn, is al een eerste teken van de rivaliteit. Dat Van Roey dan nog de duimen moet leggen scherp enkel diens zin voor revanche aan...
Dokter Lucien Van Roey
Een nieuwe inwijkeling: Moens "oude partij" (OP) moet nu de degens kruisen met de "Nieuwe Partij (NP), die met de zegen van pastoor Laenen zowat alle tegenstanders verzamelt. Het uithangbord van de Nieuwe Partij (NP) is evenwel niet dokter Van Roey, maar een derde inwijkeling, ondernemer Jozef Vertessen.
De uit Kwaadmechelen afkomstige Jozef-Constant Vertessen (1895-1958) huwt in 1924 met Maria Withofs uit Eigenbilzen. Ze is de kleindochter van Godfried Withofs, die zelf voor de Eerste wereldoorlog ruim dertig jaar burgemeester was. Withofs is naar Eigenbilzerse normen de erfgename van een behoorlijk fortuin. Met die financiële achtergrond start de zelf ook bemiddelde Vertessen in 1925 een mechanische houtzagerij in de Winkelomstraat. Deze zagerij wordt gaandeweg een van de grootste werkverschaffers in de streek en brengt hem in contact met grote delen van het lokale kiezerspubliek
Aartsvijand: Alles wijst er op dat pastoor Laenen de vorming van een "nieuwe partij" voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1932 zeer genegen is. Kwestie van de meerderheid van zijn aartsvijand, burgemeester Eugène Moens, te breken. Voor het eerst kunnen de Eigenbilzenaren dan ook uit twee volwaardige alternatieven kiezen: de OP met burgemeester Moens, vier uittredende gemeenteraadsleden, en enkele nieuwelingen, tegenover de NP, met lijsttrekker Vertessen, lijstduwer Van Roey en allerlei tegenstanders van de burgemeester.
Beide groepen noemen zich katholiek, maar Moens en co profileren zich van langsom meer als Belgische Patriotten, terwijl de NP kiest voor een vurige Vlaamse geloofsbelijdenis.
Albertkanaal: De campagne van 1932 is van een nooit geziene verbetenheid, lokale thema's (Voor of tegen Moens, voor of tegen de pastoor, wie mag in de gemeentezaal?) worden nu aangevuld met nationale items (Belgicisme versus Flamingantisme) ook de aanleg van het Albertkanaal speelt een rol: naar eigen zeggen is Moens de enige die de nieuwe jobs kan voorbehouden voor Eigenbilzenaren. Tijdens huis-aan huisbezoeken en in pamfletten gaat het hard tegen hard: De OP verheerlijkt het bestuurswerk en de kwaliteiten van Moens. De NP speelt op de man en hekelt de "autoritaire" burgemeester ook omdat hij de tewerkstelling aan het Albertkanaal via een "franskiljonse" vriend monopoliseert. Daarnaast speelt mee dat "La Libre Belgique"- lezer Moens geen enkele steun krijgt van lokale media zoals Het Algemeen Belang van Limburg, terwijl het weekblad "De Bilsenaar" uitdrukkelijk de kant kiest van de NP.
Na het tellen van de stemmen blijkt dat de Eigenbilzenaren Moens weliswaar de meeste voorkeurstemmen, maar zijn lijst slechts vier van de negen zetels gegeven hebben. Met vijf zetels triomfeert de NP, al haalt lijstduwer Van Roey meer stemmen dat lijsttrekker Vertessen. Het is echter maar zeer de vraag of de intussen als radicaal flamingantisch bekend staande Van Roey voor de Belgische overheid aanvaardbaar is als nieuwe burgemeester. En ook Eugène Moens is allerminst bereid om de handdoek in de ring te gooien...
Pastoor Laenen: De NP schuift Jozef Vertessen als kandidaat naar voor. Verliezer Moens laat zich door zijn eigen achterban ook voordragen, met als argumenten dat hij de meeste voorkeurstemmen behaalde van alle kandidaten, dat hij verscheidene leden van de NP wel aan zijn kant kan krijgen en dat Vertessen in feite een even felle flamingant is als Van Roey.
verscheidene Eigenbilzenaren verzetten zich heftig tegen Moens demarche, onder wie de zieke pastoor Laenen - hij zal in 1933 overlijden - die zich door provinciegouverneur Hubert Verwilghen weet te laten ontvangen. Hij licht er het doopceel van Moens als "vijand van de christelijke organisaties" en "de maatschappelijke vrede in Eigenbilzen".
Maar ook Moens schakelt zijn netwerk in en de Tongerse Arrondissementscommissaris draagt hem wel degelijk voor als burgemeester. De tussenkomsten van pastoor Laenen en co hebben echter meer effect, want in het advies van gouverneur Verwilghen aan de minister van Binnenlandse Zaken luidt het dat Moens weliswaar "een uitstekend burgemeester" was geweest, maar ook "autoritair". Hierdoor en door zijn anti-Vlaamse houding, haalde hij zich zelf een sterke oppositie op de hals. Genadeloos klinkt het: "De heer Moens heeft te veel het vaderland en de driekleur misbruikt om zijn persoonlijke politiek te dienen. Daardoor gaf hij  aanleiding tot reactie en hij is thans niet gerechtigd die reactie te zijnen voordele in te roepen".
Prompt draagt Verwilghen Jozef Vertessen voor die de burgemeesterssjerp inderdaad mag omgorden.

Borms: Een en ander zet de verhoudingen pas echt op scherp in Eigenbilzen. Zo weigert de fanfare "Aurora", onder leiding van voorzitter Moens, de nieuwe burgemeester de gebruikelijke serenade. Waarop een aantal verbolgen muzikanten en bestuursleden zich afscheurt en midden 1933 fanfare "Recht door zee" opricht. De politieke verdeeldheid wordt voortaan ook muzikaal vertaald: bij de plechtige inhuldiging van de nieuwe pastoor Thewissen dat jaar heeft "Aurora" voor het laatst "De Vlaamse Leeuw" gespeeld - voortaan zal de vereniging enkel nog de "Brabaconne" spelen. Aurora verlaat de gemeentezaal en trekt zich terug in een nieuw lokaal op de Hartenberg
Kenmerkend is ook dat de politieke strijd niet meer luwt na de verkiezingen. Eugène Moens heeft intussen met "Het vrije Limburg" een anti-Vlaams liberaal weekblad, een eigen spreekbuis gevonden. Voor zijn tegenstanders het definitieve bewijs dat Moens altijd al een crypto-liberaal geweest is. "Het Vrije Limburg" hakt ongenadig in op de NP in Eigenbilzen, die het een "Bormsbende" noemt met Van Roey en Vertessen als Borms I en Borms II. Die twee krijgen dan weer alle steun van "De Bilsenaar" dat wekelijks het grove geschut uitrolt tegen Moens. Anonieme scheldkanonnades zijn in beide bladen schering en inslag, de twee partijen graven zich steeds dieper in, hatelijkheid neemt de overhand in de dorpspolitiek. De openlijke afkeer tussen beide partijen en fanfares in Eigenbilzen verscherpt nog door een conflict rond de aanstelling van een nieuw schoolhoofd in de vrije lagere jongensschool. In het schoolbestuur zwaait Eugène Moens nog steeds de plak als schoolhoofd Mathieu Swennen in 1935 met pensioen mag, gaan de poppen aan het dansen.
Moens en co. schuiven Lambert (Bertie) Vanhees uit Kleine Spouwen naar voor, maar pastoor Arthur Thewissen die zijn weerzin van Moens geërfd heeft van voorganger Laenen- weigert.
Twee scholen: Het bisdom poogt de patstelling in 1936 te doorbreken met de aanstelling van buitenstaander Placies Raskin. Als die zich na Pasen dat jaar aanmeldt, stapt een deel van de leerlingen- zonen van aanhangers van de OP - op en gaat in zaal "Aurora" les volgen bij Lambert Vanhees. Tot in de jaren 50 bestaan er op die manier twee rivaliserende katholieke jongensscholen in Eigenbilzen, alhoewel de dorpsclerus geen voet binnenzet bij de school van de OP in de Winkelomstraat. Daarnaast raken de geesten nog meer gescheiden door de oprichting van een tweede gezinsbond: de klassiek Belgisch-neutrale "Bond van kroostrijke gezinnen" krijgt concurrentie van de flamingantistische "Vlaamse Kinderzegen"
VNV: Sowieso radicaliseert een belangrijk deel van de NP - de vleugel Van Roey - in de tweede helft van de jaren 30. Dokter Van Roey zelf militeert binnen de radicaal flamingantische Katholieke Vlaamsche Volkspartij van Limburg (KVVL) van Gerard Romsée en haalt die laatste en andere kopstukken van de KVVL vaak als sprekers naar Eigenbilzen. Als de KVVL eind 1936 definitief opgaat in het extreem-rechts Nationaal Verbond (VNV) sluiten zich maar liefst 120 van de ruim 1400 Eigenbilzenaren aan bij deze partij. Tijdens de 'landdag' van het VNV in 1938 is een buslading Eigenbilzenaren aanwezig en dat jaar trekken ruim 100 dorpsgenoten naar de Ijzerbedevaart. De plaatselijke afdeling van het Vlaams Nationaal Syndikaat is op dat moment de grootste van Limburg.
Manifest: Geen wonder dat de NP haar meerderheid tijdens de gemeenteraadsverkiezing van 1938 ziet stijgen van vijf naar zes zetels. Vreemd genoeg wil verkiezingswinnaar Jozef Vertessen aanvankelijk geen burgemeester meer zijn maar na wat getouwtrek aanvaardt hij in oktober 1939 toch de sjerp. Zo is Vertessen burgemeester tijdens de tweede wereldoorlog, maar anders dan veel van zijn plaatselijke aanhangers houdt hij zich ver van elke vorm van collaboratie. Heel wat OP aanhangers treden dan weer toe tot het verzet. Beide partijen begluren mekaar maar vreemd genoeg blijven, terwijl in Limburg een feitelijke burgeroorlog losbreekt, gewelddadige incidenten uit. Als de witte brigade na de bevrijding op 8 september 1944 een reeks NP leden arresteert moet ze zich daarvoor zelfs in een 'manifest' verantwoorden. Ook Vertessen wordt gearresteerd maar al snel weer vrij gelaten, zodat Moens een laatste, gecontesteerde comeback als burgemeester kan maken. Maar de geesten blijven nog decennia lang verdeeld, gesymboliseerd door de muzikale rivaliteit van "Aurora" en "Recht door zee"...
Eigenbilzen
Teksten verschenen in het Belang van Limburg december 2011
Met dank aan: Ferdy Jans - Everard Raskin
Eugene Moens
Terug naar boven